Op uw golfbaan krijgt niets meer aandacht dan de greens. Daarom bieden 2500B PrecisionCut zitmaaiers exclusieve functies om u te helpen om consequent een onberispelijke afwerking te bereiken, zoals in verstek gemonteerde maaieenheden om het optreden van “triplex-ringen” te verminderen tijdens de clean-up, een duurzaam kogelgewricht-veersysteem voor het betrouwbaar volgen van de bodemcontouren, en Quick Adjust 5 maaieenheden die het gemakkelijker maken voor een technicus om de maaihoogte te veranderen.
Offset maaiunits
Het innovatieve offsetontwerp laat de bandensporen verdwijnen tijdens het opschonen, door eenvoudig de rijrichting elke dag te wijzigen. Hierdoor heeft de grasmat een extra dag om zich te herstellen, voordat er opnieuw over wordt gereden en het dient om de triplex cirkel en de verdichting te minimaliseren.
De offset van de maaiunits is aan de linkerzijde van de machine. Hierdoor heeft u een goed zicht op de centrale maaiunit. Het frame van de aandrijfeenheid is ontworpen voor maximaal zicht van de bestuurder op de linkerzijde van de machine.
De meeste golfbanen willen de greens maaien en het gras verzamelen voor een betere snede en een vlak en glad aanzicht. Het grootste probleem bij het opvangen van het gras met een greenmaaier is, dat als de grasopvanger met materiaal wordt gevuld, dat gewicht op de maaiunit wordt overgebracht. Dit probleem wordt vergroot bij een greenmaaier met drie maaiunits en waarbij de grasopvangers verschillende hoeveelheden gras verzamelen, hetgeen betekent dat bij de drie maaiunits verschillende gewichten worden toegevoegd.
Als het gewicht niet van de grasopvangers kan worden verwijderd, kunnen de verschillende gewichten verschillende maaihoogten van de maaiunits veroorzaken, met als gevolg slechte spelcondities en een minder goed aanzicht na het maaien. Dit is vooral opvallend bij golvingen in een green en bij de opschoongang. De grasopvangers van de rijdende greenmaaiers zijn ontworpen voor optimale opvangeffectiviteit, terwijl een consistente, effectieve maaihoogte wordt aangehouden.
Grasopvangerklem (1) en hefarmsteun (2)
De exclusieve grasopvanger van John Deere brengt ongeveer tweederde van het gewicht naar de hefarm van het voertuig. Dit zorgt voor een consistentere maaihoogte voor een uniforme maaihoogte bij alle drie de maaiunits.
De voorste grasopvangers kunnen met één hand worden verwijderd en aangebracht, dankzij een innovatief klemsysteem. De klem bevestigt de opvanger aan een verstelbare steun op de hefarm, zodat het gewicht van de opvanger bij toename van het maaisel in de opvanger op de hefarm wordt overgebracht.
Achterste grasopvanger (1) en borging (2)
Het bevestigingssysteem van de achterste grasopvanger maakt het verwijderen en aanbrengen van de grasopvanger eenvoudiger en vermindert de inspanning.
Het bevestigingssysteem met borging voor de achterste grasopvanger is ook een exclusief John Deere ontwerp om het gewicht van de grasopvanger op de hefarm over te brengen.
Achterste grasopvanger
De grasopvanger kan gemakkelijk worden verwijderd, zonder maaisel te morsen, door de achterzijde van de grasopvanger naar de voorzijde van de machine te draaien, tot de lip van de grasopvanger boven de de zijplaat van de maaiunit is. Trek hem daarna eenvoudig opzij. Dit kan worden gedaan met de maaiunit in geheven of neergelaten stand.
Grasopvangerkanaal
Een kanaal in de zijframes van de maaiunit vormt de verbinding van de grasopvanger met de maaiunit. Het kanaal in het omhulsel zorgt ervoor dat de lip van de grasopvanger in verbinding blijft met de maaiunit bij het volgen van de golvingen, hierdoor verloopt de grasopvang efficiënter.
Verstelbare topplaat
Verstelbare topplaten van de maaiunit zorgen er ook voor dat het gras achterin de opvanger wordt geworpen, zelfs als de kooidiameter door slijtage kleiner wordt. Deze opvangers zijn zo gevormd en ontlucht dat de lucht vanaf de kooi kan ontwijken, terwijl het maaisel achterblijft.
Topplaatverlengingen voor droge omstandigheden.
Verlengingen voor de topplaten van de maaiunit worden onder droge omstandigheden gebruikt om de stroom van droog maaisel in de grasopvanger te maximaliseren. Als het maaien hoofdzakelijk onder natte grasmatcondities plaatsvindt, kunnen de topplaatverlengingen van de maaiunit worden verwijderd om toename en opeenhoping van maaisel in de voorzijde van de grasopvanger te verminderen.
Hefarmontwerp
De maaiunitophanging en de hefarmen zijn voorzien van aanslagen waar de hefarmen op rusten wanneer de maaiunits zijn neergelaten om te maaien. Hierdoor wordt het gewicht van de hefarmen overgebracht op het frame van de aandrijfeenheid, liever dan gewicht aan de maaiunit toe te voegen.
Bevestiging met kogelkoppeling
De maaiunit heeft een kogelkopscharnier die is ontworpen zodat de maaieenheid onafhankelijk van de hefarm kan zweven. Dit ontwerp minimaliseert scalperen en zorgt voor een consistente maaihoogte door ervoor te zorgen dat de maaiunit de bodemcontouren eenvoudig kan volgen en scherpe bochten kan maken.
De maaiunits kunnen eenvoudig en snel van de hefarmen worden verwijderd door aan de snellospen achter de kogelkopscharnier te trekken en de ophangketting van de maaiunit van de hefarm los te maken. Hierdoor wordt de complete maaiunit losgemaakt van de hefarm voor onderhoud.
De aandrijfmotor van de maaiunit heeft eveneens een Quik-Tatch™ systeem. Hiermee kan de technicus de motor voor onderhoud snel verwijderen van de maaiunit. Draai eenvoudig de bout los waarmee de motor aan het lagerhuis is bevestigd en draai de motor een kwart omwenteling om hem te verwijderen.
ROPS en veiligheidsgordel
Een ROPS en intrekbare veiligheidsgordel zijn standaard uitrusting op zowel de 2550 PrecisionCut™ als de 2550 E-Cut™ hybride triplex-maaiers. De ROPS voldoet aan de nog niet vastgestelde ISO21299 normen.
Dieselmotor
De 2550 PrecisionCut™ en de 2550 E-Cut™ hybride triplex-maaiers gebruiken een 14,6 kW (19,6 pk)* bruto (volgens SAE J1995 bij 3000 t/min) vloeistofgekoelde dieselmotor voor een soepele, efficiënte en stille werking.
Met de 3-clinder dieselmotor en een grote brandstoftank van 29,9 l (7,9 U.S. gal.) bieden de 2550 modellen de bestuurder vermogen en brandstof voor een productieve maaidag.
*Informatie over het motorvermogen en -koppel wordt geleverd door de fabrikant van de motor en dient alleen voor vergelijkingsdoeleinden. Het daadwerkelijke motorvermogen en -koppel is lager. Raadpleeg de website van de fabrikant van de motor voor extra informatie.
Dagelijkse onderhoudscontroles
Toegangspaneel
Verschillende eigenschappen voor het onderhoudsgemak zijn opgenomen in het ontwerp van de 2550 PrecisionCut™ triplex-maaiers, om routinecontroles en afstellingen zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Kenmerken:
Gladde en turf-bandopties afgebeeld
Ballonvormige bandenoptie
Er zijn 4 bandopties:
Alle bandopties bevatten een complete set van drie wielen en banden van hetzelfde formaat (dit geldt ook voor turf-banden, die geleverd worden als een set van drie banden met profiel).
Achterbevestigingsgaffel
Laag gewicht en geringe verdichting van een greenmaaier met het maaisysteem van een fairwaymaaier levert dezelfde goede maaikwaliteit op fairways en surrounds.
Veel golfbanen willen hun fairways en andere terreinen maaien met greenmaaiers, om op deze wijze de verdichting van de grasmat te verminderen. Het frontbevestigingspunt van het gaffelsysteem dat voor greens wordt gebruikt is vanwege de maaisnelheid niet de ideale oplossing voor andere terreinen die niet zo glad zijn als een green.
Het achterbevestigingspunt van het gaffelsysteem van de maaiunit van 55,9 cm (22 in.) helpt om de achterrol op een golvend terrein constant op de grond te houden. Dit verbetert ook de maaikwaliteit aanzienlijk doordat onder vrijwel alle omstandigheden een constante maaihoogte wordt aangehouden. In plaats dat de maaiunit door de grasmat wordt geduwd, trekt het gaffelsysteem de maaiunit door de grasmat en houdt zo de achterzijde van de maaiunit in contact met de grasmat.
Haspel met 14 bladen
Door de QA5-maaiunit met 14 bladen te gebruiken op greensmaaiers, wordt de FOC lager en krijgt u een net maairesultaat. Dit kan de speelbaarheid van het puttingsoppervlak en de snelheid van de greens verbeteren.
FOC is gedefinieerd als de afgelegde afstand tussen opeenvolgende maaisneden. Oftewel, hoe ver de machine beweegt vanaf het moment dat het ene blad het ondermes passeert tot het moment dat het volgende blad passeert. Hoe lager de FOC, hoe kleiner de afgelegde afstand tot het moment dat het volgende blad passeert
Er is een bepaald omslagpunt als het gaat om FOC. Hoe kleiner de afstand is die de maaier aflegt tussen opeenvolgende maaisneden, hoe vaker hetzelfde grassprietje wordt geraakt door de maaikooimessen, waardoor kneuzing van de graszode ontstaat, vooral bij de overlap van werkgang naar werkgang. Een te lage FOC kan kneuzing van de graszode veroorzaken, vooral bij de overlap van werkgang naar werkgang
De FOC wordt vaak gebruikt om de maaikwaliteit te meten. Er zijn echter nog andere belangrijke factoren die bijdragen aan een superieure maaikwaliteit, die nog belangrijker zijn dan de FOC De factoren die leiden tot goede maaikwaliteit zijn:
De geometrie van maaiunits van John Deere maakt het optimale bereik voor FOC tussen 4,064 mm (0,16 in.) en 4,824 mm (0,19 in.) voor handgreensmaaiers en 1,1176 cm (0,044 in.) per 1,6 km/u voor zitmaaiers voor greens. De technologie van de QA5-maaiunits is fenomenaal en biedt een superieure maaikwaliteit en maairesultaat.
Machines |
Minimale FOC |
180 E-Cut™ handgreenmaaiers |
0,125 (3,18) |
220 E-Cut handgreenmaaiers |
0,125 (3,18) |
2500B PrecisionCut™-zitmaaier voor greens en 2500E E-Cut-zitmaaier voor greens |
0,86 (0,034) per 1,6 km/u (1 mph) |
Productkenmerken zijn gebaseerd op gepubliceerde informatie ten tijde van publicatie. Productkenmerken kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd. Neem contact op met uw lokale John Deere dealer voor meer informatie.
