Grens- en geleidingsspoorbeheer
Grenzen en geleidingssporen in het hulpprogramma Land
Grenzen en geleidingssporen zijn essentieel voor het gebruik van AutoTrac™-geleiding of Sectie Controle in het veld. In complexe, drukke situaties worden fouten gemaakt en kan het zijn dat werkzaamheden niet naar verwachting worden uitgevoerd. Door van tevoren grenzen en geleidingssporen te maken, kunt u de setup-tijd in het veld beperken. Dit zorgt ook voor een consistente set gegevens voor verschillende machines. Grenzen kunnen worden geregistreerd met het display van een machine en vervolgens worden geüpload naar de toepassing John Deere Operations Center™.
- Uploaden van grenzen vanaf het display van de machine of in shapefile-formaat (bijv. van een programma voor subsidieaanvragen)
- Handmatig tekenen en corrigeren van grenzen
- De ingestelde grens beheren (binnen- en buitengrenzen)
- AB-sporen maken voor AutoTrac™
Bestuurders kunnen sneller beginnen met veldwerkzaamheden wanneer grenzen en geleidingssporen van tevoren in het kantoor zijn voorbereid.
Beheer van producten en tankmengsels
Een tankmengsel maken in het hulpprogramma Product
De displays van John Deere machines hebben een ingebouwde documentatiefunctie om veldwerkzaamheden te registreren. De juiste setup van veldwerkzaamheden op het display is van belang voor hoogwaardige documentatiegegevens. Deze gegevens kunnen later worden gebruikt voor rapportage en analyse. Eén onderdeel van de setup is producten (zoals zaadvarianten, chemische stoffen en kunstmest) en tankmengsels voor toepassingswerkzaamheden. Handmatige invoer van deze items op het display van de machine kost veel tijd en er bestaat kans op spelfouten. Om het aantal fouten te beperken, kunnen producten en tankmengsels vóór het begin van het seizoen in het kantoor worden voorbereid. Op die manier bent u er zeker van dat veldwerkzaamheden in het veld snel en correct worden ingesteld.
- Aanmaken van individuele producten, zoals zaadvarianten, chemische stoffen en kunstmest
- Stel tankmengsels met maximaal 20 producten samen in het hulpprogramma Producten. Gen 4-displays ondersteunen tot 20 producten in een tankmengsel. Het GreenStar™ 3 2630-display ondersteunt tot zes producten per tankmengsel. Er verschijnt een melding in het hulpprogramma Producten en Setup File Creator nadat er een zevende product wordt geladen. Hierin wordt uiteengezet hoeveel producten elk display ondersteunt.
- Calculator voor tankmengsels om te berekenen hoeveel product nodig is om veldwerkzaamheden uit te voeren
- Importeren van producten en tankmixen vanuit een setup-bestand dat afkomstig is van de machine.
Als u productnamen en tankmengsels van tevoren voorbereidt, kunnen werkzaamheden in het veld sneller beginnen en is er minder kans op spelfouten.
Upload bestaande gegevens om sneller aan de slag te kunnen
Sleep bestanden met instel- of documentatiegegevens en zet ze neer in het hulpprogramma Bestanden
Alle geüploade bestanden worden opgeslagen in de Operations Center Web en zijn beschikbaar in het hulpprogramma Bestanden. In het hulpprogramma kunt u eenvoudig filters toepassen om bestanden snel terug te vinden. Hier kunnen een of meer bestanden worden gedownload, geconverteerd en overgezet naar een machine. Verbonden machines archiveren het bestand meteen voor verder gebruik op de machine. In het hulpprogramma Bestanden kunnen bestanden ook worden gearchiveerd en gedeeld met partnerorganisaties.
Bestanden kunnen snel en eenvoudig worden geüpload naar het hulpprogramma Bestanden door de bestanden te slepen en neer te zetten.
- Alle gegevens op één plek
- Gegevens eenvoudig uploaden en delen
Als de benodigde informatie voor de instellingen (zoals grenzen en geleidingslijnen) al aanwezig is, kan deze eenvoudig worden geïmporteerd in het Operations Center om aan de slag te gaan of oude gegevens op te ruimen:
- Grenzen: Het wordt aanbevolen om grenzen in het veld te registreren met een machine met beperkte werkbreedte, zoals een Gator™-voertuig dat is voorzien van een geleidingssysteem en een RTK-correctiesignaal. De geregistreerde grenzen kunnen worden geëxporteerd als setup-bestand vanaf het display van de machine, waarna ze draadloos of via een opslagapparaat kunnen worden geüpload.
- Grenzen van software van derden: Als er in software van derden al grenzen aanwezig zijn, kunnen deze worden geüpload in het shapefile-formaat zodat u sneller aan de slag kunt.
- Geleidingslijnen: Deze kunnen vanaf het display van de machine via een setup-bestand worden gedeeld met de Operations Center-organisatie, zodat de lijnen kunnen worden en hergebruikt en opgeslagen.
- Producten: Als juist gespelde producten en tankmengsels op de machine beschikbaar zijn, kunnen ze ook worden geëxporteerd via een setup-bestand.
- Machine-offsets: Machine-offsets kunnen automatisch worden toegevoegd als de machine is aangemaakt in het Operations Center en afmetingen en offsets later in het veld worden toegevoegd.
Als u bestaande mastergegevens hergebruikt, kunt u snel en eenvoudig beginnen met het Operations Center. Als de gegevens eenmaal zijn geüpload, kunnen ze opnieuw worden gebruikt en opgeslagen. Het Operations Center wordt de back-uplocatie van de gegevens.
Instellen van displays voorbereiden
Stapsgewijze begeleiding bij het maken van een instellingenbestand in het hulpprogramma Setup File Creator
Met het instellingenbestand worden van tevoren geselecteerde instelgegevens van het kantoor overgezet naar het display van de machine. De instelgegevens kunnen draadloos worden overgedragen. Het instellingenbestand wordt gegenereerd in het hulpprogramma Setup File Creator, waar het bestand wordt aangepast op basis van de geselecteerde items. Er kunnen afzonderlijke gegevens worden geselecteerd, zodat het display overzichtelijk blijft.
- Selecteer individuele items of gebruik meervoudige selectie om alle items tegelijk te kiezen
- Stapsgewijze begeleiding in zes stappen voor het maken van een bestand
- Dankzij draadloze bestandsoverdracht kunnen items in realtime worden bijgewerkt
- Setup-bestanden bevatten setup-items voor de machine, maar ook voor andere MyJohnDeere.com organisaties
Aangezien items gedeeld kunnen worden, kunnen landbouwers een set mastergegevens bewaren in het Operations Center en kunnen ze de benodigde gegevens individueel delen met het display van de verschillende machines.
Machine-offsets voor het uitvoeren van geavanceerde functies van AutoTrac™
Machineafmetingen en -offsets toevoegen in het deelvenster Uitrusting
Machineafmetingen zijn van belang voor het garanderen van het juiste gedrag van precisielandbouw- en displaydocumentatiesystemen. Afmetingen van werktuigen, zoals breedte, offsets en Global Positioning System (GPS) offsets kunnen worden gedocumenteerd in het deelvenster Uitrusting in Operations Center web, om ze vervolgens te delen met het display van een of meer machines.
- Stel gemeten afmetingen en offsets eenmalig in voor hergebruik op alle beschikbare displays van John Deere machines, zodat er vervolgens minder tijd en moeite nodig is om displays in te stellen
- Zorg voor goede prestaties van de AutoTrac™-functies
- Machinegegevens voor veel machines zijn beschikbaar in de database
Als u machineafmetingen en -offsets voor begin van de veldwerkzaamheden klaar hebt liggen, leveren AutoTrac™- en documentatiesystemen met minder inspanning betere prestaties.
Personeel en bestuurders binnen de organisatie beheren
Toegang tot rechtenbeheer in het hulpprogramma Team
Toegang tot gegevens die moeten worden beheerd. In Operations Center Web hebben landbouwers de mogelijkheid om werknemers en partnerorganisaties verschillende toegangsniveaus toe te wijzen. In het hulpprogramma Team Manager beschikt u over een beheersysteem voor toegangsniveaus. U kunt toegang tot veldgegevens, machinegegevens en de werkplanning van de organisatie verbieden of toegang verlenen voor bekijken, bewerken of beheren. Wanneer u een werknemer of partner toegang verleent tot de organisatie, kunt u verschillende toegangsniveaus toewijzen:
- Voor machinegegevens
- Voor organisatiegegevens
- Voor veldgegevens – alle of geselecteerde velden
- Voor gewas- en werkplanning
- Voor financiële gegevens
- Toegang tot verbonden softwarebedrijven mogelijk maken
Deze toegangsniveaus worden gebruikt om partnerorganisaties (bijv. loonwerkers, adviseurs of buren) toegang te verlenen tot de organisatie.
Voor werknemers die geen toegang tot de organisaties nodig hebben (bijv. een machinebestuurder) of bestuurders zonder een eigen MyJohnDeere.com account, kunnen namen worden aangemaakt. Deze namen worden gebruikt voor documentatiedoeleinden en worden op het display van de machine weergegeven wanneer de documentatie voor veldwerkzaamheden wordt ingesteld.
- Beheer van toegangsrechten
- Controle over wie welk type gegevens kan bekijken of delen
- Toegangsrechten op elk moment verwijderen of toevoegen